Naar het vorige object Naar de vondstcategorie Terug naar de vorige pagina Naar "Bodemvondsten" (index) Naar het volgende object
Naar beneden

Spinklosjes, Romeins, ijzertijd, laat-middeleeuws en 16e/17e eeuw

Spinklosjes, ijzertijd, laat-middeleeuws en 16e/17e eeuw:

Bovenaanzicht.
Diameters (buiten-): resp. 2.6, 2,6, 3,2, 2,3 en 2.8 cm. (links-rechts, boven-beneden).

Spinklosjes (ook wel spinsteentjes genoemd) worden al duizenden jaren gebruikt. 'Ruwe' wol, waarvan men woldraad wilde maken, moest met de hand worden gesponnen. Hiertoe ploos men van de bol ruwe wol op een willekeurige punt een begin, waaraan een grove benen of houten naald werd bevestigd. Ter verzwaring werd over de naald een spinklosje geschoven. Door in de ene hand de 'naald' te laten draaien en met de andere hand de juiste hoeveelheid wol mee te voeren, kon de woldraad gelijkmatig in elkaar worden gesponnen. Ook werd er gebruik gemaakt van water om de vingers nat te maken. Zodoende had men meer grip.

De klosjes linksboven en rechtsonder dateren uit de 16e of 17e eeuw, en zijn gemaakt in Raeren (België), te herkennen aan de typerende kleur van dit geglazuurde steengoed.

Het kleinste klosje (midden-onder) dateert uit omstreeks 1300 en is gemaakt van het zelfde materiaal als waarvan ook zgn. 'kogelpotten' werden gemaakt.

De grote spinklos (links-onder) stamt uit de ijzertijd, en is 'lokaal' vervaardigd en de spinklos rechtsboven dateert uit de Romeinse tijd (zie ook de ´Vondstcategorie´ Romeins, Bijvondsten).

Naar boven