Van de in totaal 5 zilveren guldens hierboven zijn zowel de voor- als de achterzijde afgebeeld. Desalnietemin betreft een muntvondst bestaande uit dergelijke zilveren munten, toch reeds een heuse muntschat. De munten waren aan elkaar gekoekt en het blijft dus onduidelijk waar de munten in hebben gezeten toen deze werden verborgen. ´Verborgen´ en niet ´verloren´, aangezien het erg onwaarschijnlijk lijkt dat de munten die netjes op elkaar gestapeld waren, op een dusdanige manier in de grond terecht zijn gekomen. Indien de munten alsnog verloren zouden zijn, dan zullen deze in ieder geval ergens in hebben moeten gezeten. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan een leren beursje of een stoffen zakje, maar in ieder geval iets dat was gemaakt van een organisch materiaal, dat inmiddels door het verblijf in de grond is weggerot.

De muntschat bestaat uit:

- 1 Gulden van Nijmegen, 1687 (zilver)

- 1 Gulden van Utrecht, 1706 (zilver)

- 1 Gulden van Gelderland, 1736 (zilver)

- 1 Gulden van Gelderland, 1738 (zilver)

- 1 Gulden van Holland, 1793 (zilver)

Aan de hand van de jaartallen van de munten komen we tot de conclusie, dat de munten in ieder tot en met 1793 in omloop moeten zijn geweest. Gezien de minimale slijtage-sporen op de jongste gulden (1793) lijkt het aannemelijk dat de munten kort na dit jaar verboren of verloren moeten zijn, maar natuurlijk kan het ook zijn dat dit spaargeld, nog enkele decennia lang, in een ´spaarpotje´ heeft gezeten, alvorens het verdween.

De staat waarin de munten verkeren is vrij redelijk te noemen, wat een dergelijke vondst nog meer de moeite waard maakt.