Vanaf dat moment zien we dan ook de eerste extra brede en fraai gedecoreerde, riemtongen verschijnen. Hoewel dit type sluiting, in verhouding tot de eerdere, al een hele verbetering betekende en ongekende mogelijkheden voor de fantasieën van de decorateurs bood, bleek het door een nieuwe vinding al snel weer achterhaald te zijn. De nieuwe vinding, het sluiten door middel van haken en ogen, maakte de gespbeugel in z'n geheel zelfs overbodig.
De sluiting bestond uit een beslagplaat waaraan een omgebogen lip was bevestigd die aan een oogje, gemonteerd aan de achterzijde van de gordel, kon worden gehaakt, waardoor de gordel dus gesloten was en het overtollige gedeelte van de gordel, overeenkomstig het modebeeld, keurig naar beneden hing. Vaak waren er aan de achterzijde van de gordel meedere oogjes bevestigd zodat de sluiting al naar gelang versteld kon worden, dus overeenkomstig de vroegere gordelperforaties ten behoeve van de gespangel (zie afb.1: boven).
Een zeer fraai voorbeeld van dit type is o.a. bekend uit de collectie van Slot Charlottenburg in Berlijn. De gerestaureerde gordel, bezet met 72 rozetbeslagen van verguld zilver, heeft een totale lengte van 167 cm. En is 1,7 cm. Breed.
De haaksluiting is in decoratie nagenoeg identiek aan de verzwarende riemtong, alleen is daarop de haak vervangen door een parel. Uiteraard is de afbeelding van een vrouw (Maria?) in zespas, op de riemtong verticaal geplaatst. Deze gordel wordt gedateerd tussen 1360 en 1380.
|